Interview Andreas FBNR Swoosh

Wie zijn de mensen achter FBNR? Wat drijft hen en waar houden ze zich mee bezig?
Om die vragen te beantwoorden gaan we met ze in gesprek; met onze ambassadeurs, het bestuur en ons team.

Dit keer gaan we in gesprek met Andreas Prins van Wijngaarden, toetser binnen ons team. 

Kun je jezelf voorstellen? 

‘’Ik ben toetser bij FBNR en daarnaast ook een groot muziekliefhebber. 

Zelf speel ik contrabas en basgitaar in verschillende bands en gezelschappen. Ik heb zelf ook nummers opgenomen in mijn eigen thuisstudio. 

Verder heb ik een lieve vrouw, die ik heb leren kennen op het werk, een dochter, twee kleinkinderen en 2 hondjes, Bob en Oscar. 

Ik sta bekend als empathisch en creatief. Dat komt zowel in mijn werk als muziek goed van pas!’’ 

Hoe ben je bij FBNR terechtgekomen? 

‘’Ooit begonnen aan een rechtenstudie, waarna ik mantelzorger werd voor mijn moeder. In die tijd werkte ik ook als barman om bij te verdienen. Dit zorgde ook voor een introductie met de muziekwereld. 

Toen ben ik in de functie van Sociaal Raadsman gerold in Vlaardingen. Die functie heb ik vervolgens ook uitgeoefend in Zwolle en Amersfoort. 

Als Sociaal Raadsman help je mensen wegwijs te maken in waar ze recht op hebben. Dit gaat bijvoorbeeld over eerstelijns rechtshulp, arbeidsrecht, consumentenrecht én belastingen, toeslagen en uitkeringen. 

Toen ben ik aan de slag gegaan bij het CWI “Arbeids- en ontslagrecht”, hier beoordeelde ik ontslagaanvragen. 

Ik wandelde altijd over de Meent naar werk en zag daar elke keer een affiche over de Sociale raadslieden van Rotterdam. Het was mijn droom om daar te werken. In 2006 kwam er een vacature en heb ik mijn kans gegrepen. Hier heb ik tot en met 2020 met veel plezier gewerkt. 

In 2017 zag ik een vacature voor een oproepkracht bij FBNR. Ik kende het fonds al en dacht dat mijn kennis en ervaring zeker van pas zouden komen. Daarnaast leek het me een mooie combinatie met mijn werk als Sociaal Raadsman. 

In 2020 ben ik volledig voor FBNR gaan werken.’’ 

Hoe omschrijf je je werk in 3 woorden? 

‘’Phoe, dat zijn…noodzakelijk, zorgwekkend en bevredigend.

Het is zulk belangrijk werk, omdat de noodzaak groot is en we veel zorgwekkende situaties zien. 

Als we dan snel en adequaat helpen, zien we de impact. Mensen voelen dat ze weer meetellen, er mogen zijn en ze gaan weer met opgeheven hoofd verder. 

Dat geeft een goed gevoel!’’ 

Wat is de grootste uitdaging voor armoedebestrijding in Rotterdam?

‘’Dat zijn situaties die net afwijken van het ‘’normaal’’. Voor veel mensen is het goed geregeld in Nederland, maar als je je net in een andere situatie bevindt dan is het zwaar. 

Denk bijvoorbeeld aan een alleenstaande ouder, of als je schulden hebt.
Schulden zijn de grootste bedreiging voor het welzijn van mensen en gezinnen. Dit heeft zo’n impact op je sociale leven, je gezondheid, je woonsituatie.

De lijn tussen dat het allemaal voorspoedig gaat en je in de schulden belandt, is dun. Er hoeft soms maar ‘’dit’’ te gebeuren en het gaat mis.’’ 

Wat vind je het mooiste aan je werk? 

‘’De snelheid waarmee wij kunnen handelen, steun kunnen bieden en zaken kunnen oplossen.

Dat dat kan, is heel fijn en bijzonder!
De hulpvragen die wij krijgen, zijn vaak heel urgent. Daarom lopen hulpverleners vast bij andere instanties. Met ons team kunnen wij direct handelen en in actie komen. 

Dat geeft perspectief en nieuwe ruimte om weer verder te gaan.’’ 

Wat is een verhaal dat je altijd bij is gebleven? 

‘’Dat zijn er eigenlijk twee…

Een vluchteling die in handen was geraakt van  criminelen. Eerst was dat nog niet duidelijk en had hij een huurwoning toegewezen gekregen. Hier werd al zijn meubilair weggehaald door de criminelen. 

Hij stond weer met lege handen. Op zo’n moment kunnen wij helpen en meedenken, maar we zijn ook kritisch. Eerst moet er een veilige (woon)situatie gecreëerd worden en dan kunnen wij van waarde zijn. Dit kon gelukkig geregeld worden en toen hebben wij een gift gedaan voor de inboedel. 

Een andere situatie die mij bij is gebleven is die van een mevrouw uit Afrika. Ze was alleenstaand met drie kinderen waarvan er een op jonge leeftijd was overleden aan kanker. Door die situatie was ze al het vertrouwen verloren in de medische wereld. 

Toen kreeg ze zelf kanker. Haar enige wens was om in haar moederland te sterven.
Wij kregen een aanvraag om de vlucht voor haar te vergoeden. Daarnaast was de vraag of we ook een retourticket voor de trein naar luchthaven Brussel Zaventem wilden betalen. Zo konden haar kinderen haar uitzwaaien. 

Een aangrijpend en uitzonderlijk verhaal. Op zo’n moment probeer te kijken wat voor perspectief wij kunnen bieden zonder te oordelen.’’ 

Wat zou je mee willen geven aan mede-Rotterdammers?

‘’ Kijk naar elkaar om! Het individualisme viert – helaas – hoogtij. Terwijl juist een netwerk hebben zo belangrijk is om goed te functioneren.’’